Jaap Draaisma
Lectoraat
Grootstedelijke Vraagstukken
De Nieuwe Amsterdammer
Stadsburger of passant
Januari 2021
Concept Onderzoeksopzet
Wat wil ik:
Onderzoeken wat voor sociaal netwerk de nieuwe Amsterdammers, de vestigers vanaf 2015, hebben opgebouwd.
Met andere woorden: in welke mate en hoe zij onderdeel zijn van het stedelijk leven, daaraan bijdragen, daar mede vorm aan geven
Daartoe wil ik:
1. Cijfers demografie verzamelen om meer inzicht te krijgen in de instroom / nieuwkomers in Amsterdam: wie zijn die nieuwe Amsterdammers
2. Gegevens verzamelen / onderzoek doen om meer inzicht te krijgen in het sociaal netwerk dat nieuwkomers in Amsterdam opbouwen
Relevantie voor stad en samenleving
> Van betekenis voor alle aspecten van het functioneren van Amsterdam
> Van betekenis voor zaken als burgerschap, betrokkenheid en welbevinden; de Quality of Life van de stad
> Als mogelijke input voort de gemeente, die nu een Omgevingsvisie maakt, waarbinnen als een van de grote uitdagingen is geformuleerd: “Thuis voelen in de stad (van vluchtige ontwikkelingen naar gewortelde stedelijkheid)”. De gemeente gaat met Fenna Pinkster van UvA CUS op zoek naar “nieuwe voorbeelden van gewortelde stedelijkheid in Amsterdam.”
Ad. 1 De cijfers
A. Enorme instroom
Sinds 2015 hebben zich 370.000 mensen nieuw in Amsterdam gevestigd. Zie tabel op volgende pagina. Dat zou betekenen dat rond de 40% van de bevolking van Amsterdam “nieuw” is, de laatste 5 jaar hier is komen wonen.
Maar een flink deel van deze vestigers vertrekt weer binnen 5 jaar, met name buitenlandse studenten en expats.
Van groot belang om te weten welk deel van de vestigers binnen 1, 2, 5 jaar al weer vertrokken is; dus meer passant dan vestiger is. wordt nu niet bijgehouden; niet door OIS of andere instituut
B. Meer buitenlandse dan binnenlandse vestigers
Sinds 2017 is het aantal buitenlandse vestigers groter dan het aantal binnenlandse vestigers. Dit heeft waarschijnlijk een enorme impact op Amsterdam.
Het is daarom van groot belang om de achtergrond van die recente vestigers beter te kennen en de manier waarop zij hun leven vorm geven.
Niet alleen (het land) waar ze vandaan komen, maar ook zaken als:
Leeftijd
Grootste en groeiende groep tussen de 18 en 27 jaar
Meer rijke ouderen?
Huishoudsamenstelling
meer/minder kinderen; lijkt erop alsof het aantal kinderen door de nieuwe instroom halveert: minder kinderopvang, en scholen nodig in Amsterdam?
Inkomen
meer / minder armen – rijken; snelle toename van kloof rijk – arm
Vestigingsbuurt
Dit alles is van groot belang voor het huidige en toekomstige functioneren van de stad.
Ad. 2 Sociaal
Vanuit het onderzoek naar sociale netwerken duiden van aantal zaken:
a. In welke mate speelt het sociale leven zich vooral af “binnen” en met het “thuisland”, zowel via communicatiemiddelen als telefoon, televisie, internet, etc. als in verbanden met mensen uit hetzelfde “thuisland” in Amsterdam? En in welke mate met andere mensen/ groepen in Amsterdam.
b. En welke sociale verbanden betreft het dan? Ontmoeting, sport, religie, culturele initiatieven, ontspanning en uitgaan, buurt- en stadsverbanden, mantelzorg en buurtzorg, ouderparticipatie in onderwijs; deelname aan politieke verbanden.
Kortom, in welke mate en hoe de nieuwe instroom deelneemt aan het stedelijk leven en dat mede vorm geeft.
Tot nu toe is de focus vooral op de negatieve gevolgen: verdringing, segregatie, onbetaalbare woningmarkt; niet op wie die nieuwkomers dan zijn en wat zij voor de stad betekenen.
Persoonlijke motivatie en aanleiding
Mijn fascinatie met demografie
Met de cijfers de beeldvorming bijstellen of onderbouwen
Mijn liefde voor de stad
Wat blijft er over van de gemengde, toegankelijke, vrijgevochten stad
Fair City ervaring:
Verzet tegen gentrificatie, maar er ontstaat een nieuwe realiteit
Film Push
Het vrijwel ontbreken van de “nieuwe stadbewoners” in de film
Mijn eigen straat: De verkoop van huizen voor meer dan 1 miljoen en de verhuur van een appartement van ruim 100 m2 voor 3200 euro / maand
Bellamy Mannen Koor
Inperking / focus op instroom – nieuwkomers (alleen de winnaars? Nee, nieuwkomers zijn niet allemaal rijk)
​
1. De instroom: de nieuwkomers, wie zijn zij?
Sinds het einde van de vorige crisis een enorme instroom van buitenlanders.
Beeld: de helft heel rijk en de andere helft heel arm (studenten, kunstenaars, vluchtelingen). Klopt dat? Cijfers OIS, cijfers, CBS, etc
Tabel 1 Recente instroom Amsterdam
​
​
​
​
​
​
​
​
Uit: 2019 Jaarboek Amsterdam in Cijfers van OIS
Cijfers 2019 ruwe afrondingen; exacte cijfers nog niet gepubliceerd
Cijfers per 1/1 van het volgende jaar; dus cijfer 2015 is stand per 1/1/2016
Aantal buitenlanders onder de instromers tussen 1-1-2016 en 1-1-2020 gestegen van 31.000 naar 50.000. Totaal over deze periode: 195.000 personen. Dit is, als ze allemaal nog in de stad zouden wonen, op 1/1/2020 ongeveer 22,5% van de totale bevolking: Bijna een kwart van de Amsterdamse bevolking zou dan recent vanuit het buitenland hier zijn komen wonen
Buitenlanders gesplitst
1. Expats (kennismigranten)
Rijke westerlingen plus vestigers uit India, China en Japan
Voor vestigers van buiten de EU is een EU blue card of ander werkvisum nodig, waarvoor minimum inkomens eisen gelden; die verschillen per visum; grofweg tussen de 40.000 en 65.000 euro bruto/jaar. Daarnaast zijn er voor deze groep speciale fiscale voordelen.
Indiers waren in 2018 de grootste groep vestigers; in de statistieken vallen zij, net als de Cbinezen, onder de groep niet-westerse vestigers.
Zij jagen de huizenprijzen in Amsterdam op; vestigen zich binnen de ring?
Maar als zij voor een groot deel binnen enkele jaren al weer weg gaan kopen ze toch geen huis?
2. Arbeidsmigranten
Veelal buitenlanders uit Oost en Zuid-Europa.
Slechts een heel klein deel van buiten Europa, want die krijgen geen werkvisum/ verblijfsvergunning.
Hier valt ook een grote groep mensen zonder verblijfsvergunning onder. Zij staan niet in de statistieken; inschattingen naar omvang en kenmerken
3. Buitenlandse studenten
Via de universiteiten en hogescholen relatief makkelijk te achterhalen/ benaderen
4. Vluchtelingen
Binnen deze groep de vluchtelingen uit landen als Syrie, Irak, Eritrea en Ethiopie
Gaat dan om de “statushouders”, de officieel toegelaten vluchtelingen.
Vluchtelingen in de opvang en ongedocumenteerden staan niet in de statistieken
Migratie discussie landelijk; zal in aanloop naar landelijke verkiezingen voorjaar 2021 waarschijnlijk oplaaien: immigratie sterk beperken, mn vluchtelingen en EU-burgers
Tot voorjaar 2020 groot tekort aan werknemers; overspannen arbeidsmarkt. Amsterdam Global City met internationaal bedrijfsleven.
Door corona (sterke) afname expats en arbeidsmigranten?
Maar ook dan is het sociale leven van buitenlandse vestigers in Amsterdam van groot belang; misschien nog wel belangrijker om het internationale karakter van Amsterdam vast te houden?
Instroom bestaat niet alleen uit buitenlanders……
Instroom vanuit Nederland
Aanname
18-25 jaar: studenten
boven de 25 jaar: vestigen afgestudeerden uit andere steden met goede baan (“yuppen”)
​
Indeling vestigers
1. Rijke buitenlanders (“expats”, kennismigranten)
2. Arbeidsmigranten: niet arm, bijv bouwvakker uit Polen of ict-er uit Spanje
Arme buitenlanders, verder indelen in
3. buitenlandse studenten, kunstenaars,
4. vluchtelingen: alleen “statushouder” komen in de cijfers terecht
Niet in de cijfers de “illegale” arbeidsmigranten en vluchtelingen
5. Binnenlandse studenten
6. Afgestudeerden uit Nederland naar hun eerste baan; binnenlandse kennismigranten
Deze 6 groepen vormen de doelgroepen van het onderzoek
Enkele items die nauw verbonden zijn met het onderzoek; nader vanuit het cijfermatige onderzoek op te pakken
Bevolkingssamenstelling en migratie
2015
2016
2019
2018
2017
WV buitenland
WV binnenland
Vestigers
68906
37874
31032
70627
38053
32574
74635
36147
38488
77540
34215
43325
80.000
30.000
50.000
​
Uitstroom: bij 27 jaar de stad uit, dan lopen de tijdelijke huurcontracten af
Vertrekken veel buitenlanders weer? En hoe snel?
Vooral gezinnen met middeninkomens die vertrekken?
Lagere inkomens blijven? Grounded City van Van Engelen: voor het goed functioneren van de stad is het noodzakelijk dat onderwijzers, tramchauffeurs, verpleegsters, thuishulp, schoonmakers, agenten en andere dienstverleners in de stad kunnen wonen.
Economische positie rijke instromers
Waar werken ze, wat is hun positie binnen het bedrijf, wat verdienen ze, wat voor contracten hebben ze
Met andere woorden: zijn het de bazen van de nieuwe economie (tech, fintech, lawyers, e-commerce, etc) of zijn het de best betaalde werknemers van die bedrijven. In marxistische termen: de arbeiders elite; zeer bevoorrecht, maar net zo afhankelijk van de verkoop van hun arbeid als elke andere werknemer. Of zijn het de topmanagers, die naast een hoog inkomen plus bonussen ook grote aandelen pakketten bezitten en bijv. voor Piketty de nieuwe bezittende klasse zijn.
Is niet alleen van belang voor hun economische positie, maar wellicht ook voor hun sociale positie, hun betrokkenheid bij / inzet voor het sociale weefsel wat Amsterdam is.
Cijfers voorhanden?
Cijfers zelf vergaren middels onderzoek? Vragenlijst voor enkele grote internationale bedrijven? (Bol.com, Booking.com, TomTom, Google Amsterdam, WeWork, EMA, grote Amerikaanse advocatenkantoren, Adyen, ea)
Rijke instromers op de woningmarkt
Enerzijds vormen de rijke instromers (“expats”) een minderheid onder de buitenlandse instroom, anderzijds (Stelling: ) komt het door hun instroom dat de huizenprijzen in Amsterdam zo snel gestegen zijn. Door de fiscale voordelen die deze groep heeft en hun hoge inkomens hebben zij de huizenprijzen opgejaagd.
Maar hoe groot is dat effect?
Is dat cijfermatig te onderbouwen?
Hoeveel huizen zijn er vanaf 2015 aan rijke buitenlanders verkocht (huizen boven de 5 ton?)
Staan die huizen bij het kadaster op hun naam en kun je dan zien dat zij uit het buitenland komen?
Cijfers kadaster, cijfers IOS
Was dat in 2018 70% van de verkochte huizen?
Cijfers kadaster?, bij grote makelaars? Bij Expat bureau Gemeente Amsterdam?
Sluiten zij een hypotheek voor de aankoop?
Cijfers Kadaster
(flink deel van verkochte huizen is zonder hypotheek, dwz geheel met eigen geld, gekocht; maar dit zou m.n. om beleggers gaan voor “buy to let”)
Sluiten zij dan een hypotheek bij een buitenlandse bank?
Cijfers Kadaster
De onderzoeksvragen
Naar adres, nationaliteit, leeftijd, inkomen en huishoudsamenstelling
Hypothesen
Rijke nieuwkomers kopen huizen binnen de Ring
Rijke nieuwkomers zijn voor 70% buitenlanders
Zijn tussen de 30 en 40 jaar oud
Meerderheid zijn 2 persooons huishoudens
Hebben of krijgen kinderen
Arme nieuwkomers komen in studentencomplexen en tijdelijke opvang en gedeelde woonvormen buiten de ring
Arme nieuwkomers zijn voor 50% buitenlanders
Zijn tussen de 20 en 30 jaar oud
Geen kinderen
​
2. Wat voor sociaal netwerk hebben / onderhouden / bouwen de nieuwe Amsterdammers op
Van cijfers naar leven:
Wat betekent het wanneer in vijf jaar tijd 40% van de bevolking er nieuw bijkomt.
2015-2020: 370.000 nieuwe bewoners op bevolking van ruim 860.000
En een bijna even groot deel is vertrokken.
Vergelijkbaar met de leegloop van de stad tussen 1965 en 1985, waarbij 20 jaar lang de bevolking met gemiddeld 10.000 mensen per jaar afnam; een uitkomst van grofweg jaarlijks 30.000 vertrekkers en 20.000 nieuwkomers.
Was dat schokkend, was dat een grote aanslag op het karakter van de stad, deed dat de stad snel en sterk veranderen?
Sinds 1985 weer bevolkingsgroei, waarbij een netto groei van 10.000 inwoners per jaar ook al in de jaren nul werd bereikt. Niet met 70.000 in en 65.000 uit maar met 30.000 in en 20.000 uit; dus veel minder heftig dan nu.
Maar is na 2015 niet alleen in aantallen dat het ineens lijkt te exploderen, maar ook door wie de instromers zijn: voor het eerst zijn dit – in de beeldvorming in ieder geval – rijke buitenlanders. Dat is nieuw, tot nu toe hadden we alleen de instroom van arme buitenlanders; de gastarbeiders en migranten uit niet westerse landen
Of nieuw?: Joden uit Portugal en Spanje en Antwerpen in het Amsterdam van de Gouden Eeuw waren ook rijk; de joden uit Duitsland in de jaren 20 en 30 waren deels rijk.
De stad als sociaal weefsel
Stadsleven; stedelijk leven
Anoniem, stadslucht maakt vrij, tolerant, open, menging van alle soorten mensen, diversiteit, creativiteit, nacht, experiment, innovatie, botsing, gevaar, conflict, eenzaamheid, criminaliteit, drugs, zonde, Sodom en Gomorra, ghetto’s, gentrificatie, vreemdelingen, goud, rijkdom, armoede, kosmopolieten, elite,
Gentrificatie maakt het bestaande sociale weefsel van een stad kapot (schrijft oa Massih Hutak in zijn Parool columns); maar er komt ook nieuw sociaal weefsel voor in de plaats; of niet, of veel minder, sowieso heel anders.
Doel van het onderzoek: duidelijkheid krijgen wat voor nieuw sociaal weefsel er door de nieuwe vestigers in Amsterdam aan het ontstaan is.
wat groeit er? Vooronderstelling: de nieuwe vestigers zorgen voor een nieuw sociaal weefsel, hoe mager, arm, dun of slecht dan ook.
Altijd in beweging, nooit in balans, want veel te dynamisch,
Wat is dan stedelijk leven/ stadsleven , het sociale leven in de stad? , nu?
“There is no such thing as social”, Margareth Thatcher
“The disintegration of the social” Test Dept op Disturbance (album 2018)
De stad wordt gemaakt door mensen, niet alleen in de zin van het bouwen van woningen, ontwerpen van wijken, runnen van bedrijven, en scheppen van voorzieningen, maar ook door de onderlinge omgang van haar bewoners, de contacten en relaties die die bewoners met elkaar aangaan, de praatjes die ze met elkaar maken, de lol die ze hebben, feesten die ze organiseren, sport die ze bedrijven, liedjes die ze zingen, kinderen met wie ze spelen,
Met het teloorgaan van de industriele samenleving en de verzorgingsstaat, de opkomst van digitalisering en globalisering is de sociale samenhang in veel westerse landen ernstig aangetast (volgens o.a. Robert Putnam in Bowling Alone (2000) en …..
Het sociaal kapitaal, dat in de sociale relaties zit, is daarmee ook ernstig uitgehold (?).
Noot (1) over Human Capital
Dat betekent dat veel zaken, die voorheen via sociale contacten werden geregeld, van kinderopvang tot hulp aan zieken, van het runnen van een sportvereniging tot het starten van een bedrijfje, nu op een andere manier moeten worden geregeld: via de overheid, de bank, sociale ondernemingen, verzekeringen of het inhuren van professionals.
Daarnaast de opkomst van particuliere steun (bijv. Voor start kapitaal; mecenas, charity, liefdadigheid, etc. Nieuwe vormen als crowd funding, onderlinge steun, apps, netwerk organisaties, stadsdorpen, etc.
Door die nieuwe vormen kun je ook stellen dat het sociaal kapitaal niet zozeer is uitgehold, maar van karakter veranderd is.
Waarom sociaal kapitaal onmisbaar is voor een stad
(discussie over de begrippen Social Capital en Human Capital in hoofdstuk 3 Achtergrond of hoofdstuk 4 Bronnen plaatsen)
Het sociaal weefsel van een stad, het geheel van sociale netwerken en relaties, kan alleen door de bewoners zelf in stand gehouden worden, levend gehouden worden, worden vernieuwd, veranderd, aangepast, versterkt.
De onderlinge sociale contacten: vluchtig tot sterk
Sociale: primair van sociale aard, dwz het persoonlijk contact als mens, als burger, als familie lid,
Contacten gebaseerd op affectie, mede menselijkheid, sympathie, wederzijdse hulp,
Sociale cohesie: de mate van sociale samenhang: sterk of zwak, in de zin van contacten, relaties, ontmoeting, interactie.
Sociale contacten: Spontaan eenmalig; vrijblijvend meermalig; informeel - structureel, in netwerkverband, vereniging, raad, commissie, werkgroep, en de hele reeks (meng-)vormen, zowel in de zin van intensiteit, karakter, vorm als inhoud.
Huishoudens,
Buren
Straten, Pleinen, Buurten, Stadsdelen, Stad
Onderlinge omgang; de warmte van de stad, ontmoeting, mede menselijkheid, vriendelijkheid; Lieve Stad van Vd Laan
Steun, hulp,
Conflict, calamiteit, botsing
Feest, vreugde,
Sport
Kinderen
Onderwijs
Cultuur
Religie
Auto’s, fietsen, en andere apparaten
sleutelen, repareren,
groen
openbare ruimte
recreatie
vervoer
winkels
bedrijven
werk
alle soorten experiment en nieuwe initiatieven
Samen vormt dit het sociale leven / het sociale weefsel van de stad: mensen doen het zelf, buiten het primaat van de Overheid / Staat en de Markt.
​
​
Wortelen in de stad, niet wortelen, ontwortelen
Nieuwkomers in de stad vestigen zich ergens, gaan sociale contacten aan en zorgen voor een soort van inkomen / levensonderhoud. Naarmate zij er langer zijn zullen de ervaringen en ontmoetingen in de stad meestal toenemen en zich verdiepen, hechter worden; men wortelt in de stad.
In de huidige moderne stad zou men niet meer wortelen: kan niet vanwege de tijdelijkheid van wonen en werken, de hectiek, snelle en enorme veranderingen / dynamiek en wil men ook niet want staat (internationale) carriere en bredere ontplooiing in de weg.
De stad als hotel …
De stad als luchthaven……
Sluit aan bij de anonieme stad, waarin iedereen haar individuele vrijheid maximaal kan beleven,
Voor een leefbare en aangename stad zijn verbindingen / relaties tussen mensen nodig, elkaar leren kennen
Item bij het maken van de Omgevingsvisie 2040 die nu door de gemeente Amsterdam wordt gemaakt.
De groepen
Wat zoeken zij in Amsterdam, wat doen zij in Amsterdam, waarom komen ze hier naartoe, wat betekent Amsterdam voor ze, wat voor sociale verbindingen willen zij aangaan, waar willen ze aan meedoen, wat willen ze in Amsterdam beleven
1e pakketje vragen .
Expats
En wat doen de “expats” (hoe rijk zijn ze; werken zij tijdelijk voor een groot internationaal bedrijf of hebben zij een gewoon arbeidscontract, etc.) die een woning kopen in een 19de eeuwse buurt? Welke sociale relaties gaan ze aan?
Is het kopen een teken dat zij hier langere tijd willen blijven? Of is het een goede belegging en hebben ze helemaal niet het plan om hier lang te blijven?
Hebben zij kinderen en gaan ze in de ouderraad van de school zitten? Waar gaan ze sporten, biertje drinken, verjaardag, nationale en religieuze feesten, theater, zingen, speeltuin, park, kerk, etc.
Arbeidsmigranten
Buitenlandse studenten
Wat doen buitenlandse studenten, die zich voor enkele jaren in Amsterdam vestigen, in de stad, naast studeren en eventueel werken? Blijven ze binnen hun onderwijsinstelling leven, alleen omgaan met hun mede studenten, in de eigen sportvoorzieningen, de eigen cafe’s, filmclubs en andere sociale, culturele en uitgaansgelegenheden die aan de instelling verbonden zijn.
Maar ook het studentenleven is onderdeel van het stedelijke leven; in welke mate stoppen zij hier tijd in; geven zij dit (mede) vorm; wat voor sociaal netwerk maken zij?
Investeren zij in de stad; gaan zij relaties aan; stoppen zij tijd in sociale verbanden die voor de stad (= de andere bewoners van de stad, waaronder studenten) van belang zijn?
Is het feit dat zij maar enkele jaren in Amsterdam zitten een reden om minder verbanden, relaties met mensen en netwerken / initiatieven in de stad aan te gaan?
Kunnen zij, omdat ze hier maar tijdelijk zitten, niet wortelen in de stad?
De stad als doorgangshuis, waar je wel van profiteert maar niet in investeert, geen band mee aangaat, laat staan verantwoordelijkheid voor voelt.
Of investeer je juist wel veel in de stad, omdat je er maar even bent en er volop in wil opgaan, leren kennen door actief mee te doen. Niet om te wortelen, wel om het maximale eruit te halen en aan bij te dragen.
Vluchtelingen - statushouders
Prive redenen; huwelijk, gezinshereniging, e.d.
​
​
Nederlandse studenten
Ook tijdelijk, maar gaan meer en andere sociale verbanden aan?
Overige Nederlandse vestigers
Enkel items rond nieuw stedelijk leven
> De stadsburger versus de wereldburger?
Bewoners van een stad kunnen ook een sociaal netwerk opbouwen / hebben, dat grotendeels buiten de stad en het stedelijk leven van die stad staat.
Zeker in een Global City als Amsterdam, met alle mogelijkheden van de digitale samenleving, zal / kan dit het geval zijn.
Als dat het geval is bouwen deze nieuwkomers geen sociaal netwerk in de stad op en dragen dus niet bij aan het stedelijk leven van Amsterdam. Hollen op dit manier het stedelijk leven van Amsterdam uit (???)
Zie Landelijk Centrum Opbouwwerk / Movisie / LSA
Communautaire samenleving van Herman Wijffels en andere sociaal religieuze en sociaal liberale denkers
Commons
Zelf organisatie / zelf beheer /
> De sociale stad
Marxisten als Lefebre en Harvey zien de ruimte van de stad (en de stad zelf – jd) als een sociaal product dat in handen zou moeten zijn van degenen die het gebruiken en ‘produceren’. “The freedom to make and remake our cities and ourselves (..) is one of the most precious yet most neglected of our human rights” David Harvey op citaat uit De Rechtvaardige Stad, p. 23
Marxisten zullen bij ‘produceren’ allereerst de materiele en economische productie bedoelen. Ik neem in dit onderzoek de sociale ‘productie’ van de stad als uitgangspunt: de stad als een geheel van sociale relaties, als een product van die relaties die daardoor haar inwoners tot stedelingen maakt.
De economische stad
Het economisch primair: Alles door de wetten van de markt bepaald: vraag en aanbod, kostprijs, factuur, etc. Het sociale bestaat niet (vrij naar Thatcher)
Uit het economische komen allerlei soorten sociaal leven / sociaal weefsel voort; andersom ook: uit het sociale leven komen allerlei economische initiatieven voort.
Financiele stad
Film Push
De politieke stad
Het politieke primair: Alles door het bestuur bepaald – gestuurd : beleid, keuzes, subsidie, etc.
Uit het politieke komen allerlei sociale en economische initiatieven voort en andersom: uit de economische en sociale sfeer komen politieke initiatieven voort
ongelijkheid in de stad
leidt tot segregatie op alle terreinen: apart wonen, apart werken, apart onderwijs, apart sporten, apart uitgaan, apart
Multiculturele stad, maar alleen in de stedelijke cijfers; in de praktijk van alle dag leeft iedereen in zijn of haar eigen monocultuur; komt alleen mensen van dezelfde cultuur, opvattingen, huidskleur, gelijkgezinden tegen.
Amsterdam wordt nu, sinds 2014/2015 meer dan ooit een multiculturele stad, door de enorme instroom van mensen uit andere landen, met andere culturen?????
Monocultuur, want alleen maar nette mensen.
Exclusieve stad
Richard Florida schetst in The New Urban Crisis ( ) hoe succesvolle steden in de VS uitsluitend nog toegankelijk zijn voor de goed verdienende (creatieve) klasse die de lagere middeninkomens uit de stad verdrijft. (op citaat uit De Rechtvaardige Stad, p. 31)
​
Amsterdam als aankomst stad
Amsterdam open en gastvrij!?!?
Nationaal beleid: discussie over strenger immigratie beleid.
Mensen van buiten kunnen maar moeilijk echt onderdeel van de stad worden, opgenomen in de economische en sociale structuren, netwerken.
“Je blijft toch Turk, Marokkaan, Fransman of Ier, ook al zit je hier al 40 jaar of is je opa naar Nederland gekomen”. Ook voor Tukkers, Limbo’s en Brabo’s??
“je bijdrage aan de stad wordt niet gezien, niet erkend”
“je hoort er niet echt bij”
Willen nieuwkomers wel echt in de stad wortelen?
Conservatieve moslims en anderen vormen hun eigen besloten gemeenschap in de stad
Engelsen, Amerikanen, Zweden, Fransen, ea vormen eigen groepjes en clubjes, leren geen Nederlands, gaan naar paar jaar weer weg
Geldt dat ook voor de rijke buitenlanders die nu de stad inkomen? Huizen kopen.
Geldt dat ook voor de arme buitenlanders (studenten, kunstenaars, ea) die nu de stad inkomen?
​
Amsterdam als vertrek stad
Geen onderdeel van dit onderzoek, maar wel van belang, zowel cijfermatig als voor de gevolgen voor het sociaal weefsel en het stedelijk leven
Amsterdam als doorgangsstad
Geen onderdeel van dit onderzoek, maar wel van belang, zowel cijfermatig als voor de gevolgen voor het sociaal weefsel en het stedelijke leven
De onderzoeksvragen
Waarom komt men naar Amsterdam
Wil men hier blijven?
Wil om wortel te schieten / sociaal leven op te bouwen?
Wat voor sociaal leven heeft men nu?
Hypothesen
De uitkomst van de onderzoeksvragen
Conclusies mbt instroom- nieuwkomers en het sociale weefsel van Amsterdam
​
3. Verwerken / doordenken van cijfers en inzichten uit 1. En 2.
Amsterdam, stad van komen en gaan. Transit City
Altijd enorme instroom en uitstroom
Dynamiek van een internationale succesvolle stad
Open stad: iedereen mag het proberen, krijgt een kans. Als het mislukt, je niet heel veel gaat verdienen / niet verder komt dan een middeninkomen dan moet je weg (bij tijdelijk wooncontract) of ga je weg voor een beter – groter huis (gezinnen). In beide gevallen min of meer gedwongen vertrek. Of ziet men dit zelf niet zo; is men juist positief over de geboden kans en trekt vrolijk verder. De stad als selectie machine, als succes zeef
Is het vertrek uit de stad onderdeel van de stad als emancipatie machine?? Wat voor emancipatie heeft er dan plaats gevonden? Verdringing of emancipatie?
En de rijke nieuwkomers: willen die blijven of zien zij Amsterdam als een tijdelijke vestigingsplaats. Vertrekken zij straks “vrijwillig”. En wat voor emancipatie zouden zij in de stad hebben “opgedaan”
Gentrificatie: winnaars en verliezers
De strijd tegen gentrificatie, Fair City, Inura en de povere resultaten
Verdringing gaat versneld verder; wie kunnen nog in de stad blijven wonen; waarom “is iedereen welkom” wat in de praktijk het recht van de sterkste (en de geluksvogel) betekent.
Waarom niet actief sturen op wat voor stad we willen; wat voor bedrijven, wat voor bewoners,
Enorme groei ongelijkheid
overheidspraktijk van bevoordelen van het grote geld en huiseigenaren (van afschaffen erfpacht tot bevriezen en matigen van de OZB ), bouwen duurste woonblokken voor de mondiale elite, verkoop van sociale huurwoningen en dan in alle overheidsverhalen de grote nadruk op inclusiviteit, diversiteit en gelijkheid.
De toename van tijdelijke contracten voor wonen en werken;
voor studenten waren altijd al tijdelijke (campus-) contracten, maar nu zijn er 7 tijdelijke contracten voor wonen en was in 2018 volgens de BPW zelfs 50% van de nieuwe verhuringen van de woningcoroporaties met tijdelijke contracten.
Een mooie manier om toch de stad in te komen, ondanks de extreme hoge prijzen op de woningmarkt. Maar wat daarna: wie kan dan alsnog een woning in Amsterdam krijgen: alleen de meest succesvollen. De rest moet moeven, vertrekken.
Ook het huren van een atelier in broedplaats moet volgens de gemeentelijke subsidie voorwaarden tijdelijk zijn. Na 5 jaar (uitloop 10 jaar) moet de kunstenaar vertrekken uit een goedkope plek; in staat zijn om een markthuur te kunnen betalen en zo plaats maken voor een volgend jong, talentvol persoon die het mag proberen.
Noten
(1) Begrip Human Capital, in het boek Amsterdam Human Capital (UAP 2003) waarin de ruimtelijke ontwikkeling van de stad beschreven wordt in relatie tot een ratjetoe aan thema’s (van centrumfuncties, transport, & mobiliteit, groene zones, voorzieningen en dakloosheid, stemgedrag, identiteit en migranten ondernemerschap) zonder dat het begrip Human Capital verduidelijkt wordt, laat staan tot een zinvol te gebruiken begrip gemaakt wordt.
​
4. Bronnen - Inspiratie - Literatuur – etc
Arnold Reijndorp
- Stadswijk, Stedebouw en dagelijks leven – NAi 2004
- Stadsmensen; levenswijze en woonambities van stedelijke middengroepen – 2006
- Nieuw West; Parkstad of Stadswijk – 2016
- De Nieuwe Stad - 2019
Geert Mak
Een kleine geschiedenis van Amsterdam - 1995;
met name over instroom in Amsterdam in vroegere tijden
De goede stad – 2007
Andrej Holm
Wir bleiben alle – Munster 2013
Reclaim Berlin – Berlin 2014
Russsel Shorto – Amsterdam Geschiedenis van de meest vrijzinnige stad van de wereld - 2013
Leo Platvoet – Maarten van Poelgeest – Amsterdam als emancipatie machine Amsterdam 2005
Doug Sanders – Arrival City – London 2010
Richard Florida
– The Rise of the Creative Class – New York 2002
- The New Urban Crisis – New York 2017
Simon Franke en Wouter Veldhuis – Rechtvaardige Stad – essay 2019
Annemarie Kok – Binding genoeg, de stad en het geheim van aangenaam samenleven
- essay 2017
EU brochure - Housing Financialization,
Film Push
Blog / filmpjes van L
​
5. Dystopie 1: Hotel Amsterdam
De stad Amsterdam als hotel.
Long Stay en Short Stay
Hotels spelen steeds meer een rol als ontmoetingsruimte, plek waar je kunt sporten, onderdompelen in de hot tube of het zwembad op het dak, uitgaan en feesten, werken en naar (culturele) voorstellingen kunt gaan, exposities kunt bezoeken.
Flexibele werkplekken in Volkshotel, maar juist ook in de duurste en meest exclusieve hotels, zoals W hotel, de Dylan (onderzoek Boukje), Soho hotel (voor leden)
Jaarlijkse hotelnacht; jaarlijkse 24 H in de stadsdelen,
Hotels nemen zo aantal functies over die “vroeger” als zelfstandige functies een plek in de stad hadden.
USA: hotels zijn de plek waar bands optreden, mensen hun huwelijksfeest houden, etc.
Ontmoetingsplek, uitgaan, eten, werken, cultuur aanbod, bruiloften en partijen,
Hotels nemen een community organizer of community officer in dienst (Student Hotel Amsterdam Wibautstraat; Airbnb in enkele Aziatische steden) om het sociale leven van de hotelgasten te stimuleren en faciliteren, zowel onderling als met de omgeving
“Hotels zorgen voor sociale cohesie, (…) bieden ook plek aan Amsterdammers”, en “(…) hotels met restaurants, bars, skylounges waar Amsterdammers graag komen” aldus voorzitter Horeca Nederland afdeling Amsterdam, Pim Evers in Het Parool van 20-1-20.
Hotelgast als ultieme consument; betaalt voor alles en hoeft niets, kan geheel relaxen. Geen verplichtingen. Valt in diep gat, zeker bij long stay annex Student Hotel arrangementen. Je wilt op een gegeven moment toch ook iets gaan doen, naast je studie of werk. Alhoewel: Werk kan geheel sociaal leven bieden?
​
6. Dystopie 2: Luchthaven Amsterdam
De stad Amsterdam als luchthaven
Short Stay
​
7. Mijn persoon
Jaap Draaisma
Drs. Ing, J. Draaisma – Wormerveer 1955
Opleidingen oa
HTS Weg- en Waterbouw (1972-1976) en Sociale Geografie / Planologie UvA (1978 – 1985).
Eindscriptie: “Amsterdam City, wat verbeeld je me nou?” 1985. Over city marketing. Oplage 500 met oa bespreking door Geert Mak in De Groene van 26-2-86
Werkzaam oa
1985 – 1992 SIKH – ASW (thans !Woon)
1992 – 2000 Stadsdeel Amsterdam Noord, oa hoofd Bouwen en Wonen, hoofd Grote Steden Beleid en Hoofd Afdeling Ruimtelijke en Economisch Beleid
Sinds 2000 zelfstandige
2000 – 2002 Vennoot bij De Verandering
2001 – 2006 betrokken bij Landelijk Centrum Opbouwwerk (LCO – voorloper Movisie): met oa voortraject WMO (vooronderzoek, werkgroepen, publicaties), coaching opbouwwerkers en schrijver “Opbouwwerk 2006 – 2010” - Den Haag 2005
2006 – 2018 Urban Resort – directeur / ontwikkelaar
2018 – 2020 adviseur projecten en gemeenten op het gebied van cultuur - creatieve economie en vastgoed
Artikelen oa
International Journal of Urban and Regional Research – The Squatter movement in Amsterdam – 1983
Multitudes – april 2010 - Les squat aux Pays Bas depuis 1945
Reeks artikelen met Geert Mak over kraken, city marketing ea in De Groene 1982 – 1985
Reeks artikelen over hotels in Amsterdam in Het Parool 1985 – 1990
Reeks artikelen in Amsterdam Alternative, 2015 tot heden
Hoofdstuk in oa de volgende boeken:
Whose Urban Renaissance? Libby Porter & Kate Shaw - Routledge London 2009
EU@Amsterdam – Essays over de Europese stad – Virginie Mamadouh ea AUP 2016
Urban Europe – Fifty Tales of the City- engels talige versie – AUP – 2017
Bijdrage aan boek De Spontane Stad – Urhahn Urban Design – Amsterdam 2010
Bijdrage aan boek Van wie is de stad – Floor Milikowski – Amsterdam 2018
Lid ARS – Amsterdamse Raad voor de Stadsontwikkeling van 2002 – 2010
Lid vastgoed commissie van de Amsterdamse Kunstraad
Betrokken bij het tijdschrift Amsterdam Alternative
Mede oprichter van oa Vereniging Vrije Ruimte, Urban Resort, Lola, Fair City,
Bestuurslid van aantal vrijplaatsen en broedplaatsen in Amsterdam en de regio